De leerlijnen van het vakgebied Woordenschat zijn tot stand gekomen in samenwerking met Educatieve Concepten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende leerlijnen: 'woorden leren leren' (relaties en strategieën) en 'woorden leren' (betekenissen). Hierbij is het van belang dat de eerste leerlijn doorlopen wordt, voordat leerlingen de betekenis van nieuwe woorden gaan leren. Enkele leerdoelen uit de leerlijn 'woorden leren leren' zijn dan ook voorwaardelijk aan leerdoelen uit de leerlijn 'woorden leren'.
Woorden leren leren
Bij de leerlijn 'woorden leren leren' ligt de nadruk op de voorwaardelijke basiskennis om nieuwe woorden te kunnen leren. In de Wereld 'Woordrelaties' leren leerlingen de bouwstenen en begrippen om woorden te kunnen leren, zoals een woordspin. In de Wereld 'Woordenboek' leren leerlingen strategieën voor het leren van woorden, zoals het bekijken van een afbeelding.
Leerlingen komen in deze leerlijn vooral kennisdoelen tegen, te herkennen aan het kleine "i"-tje bij de naam van het leerdoel. In een kennisdoel leren leerlingen een bepaald concept, door middel van enkele korte teksten, illustraties en voorbeelden. Daarop volgt een klein aantal vragen om te controleren of de leerling de informatie heeft begrepen.
Woorden leren
Bij de leerlijn 'woorden leren' ligt de nadruk op het leren van de betekenis van nieuwe woorden. Hierbij is gebruik gemaakt van het didactische Viertaktmodel. In totaal zijn er 13 verschillende thema's beschikbaar, zoals 'Onder de grond', 'Eet smakelijk' en 'Zorgen voor de wereld'. Deze thema's zijn weer onderverdeeld in 66 subthema's. Binnen elk subthema zitten diverse leerdoelen die oplopen in moeilijkheidsgraad. De leerdoelen in de 'Moeilijke woordenwereld' hebben allemaal ongeveer dezelfde moeilijkheidsgraad en zijn gesorteerd op onderwerp. Op de doelkaart van elk leerdoel staat een lijst van de woorden die aangeboden worden, inclusief de bijpassende betekenis zoals deze in de opgaven ook aan bod komt.
❗️ Let op. Leerdoelen uit de leerlijn 'woorden leren leren' kunnen voorwaardelijk zijn voor leerdoelen uit de leerlijn 'woorden leren'. Biedt daarom altijd eerst de leerdoelen van het betreffende leerjaar aan uit de Werelden 'Woordrelaties' en 'Woordenboek'.
Viertaktmodel
Het Viertaktmodel bestaat uit 4 stappen die leerlingen doorlopen bij het leren van nieuwe woorden.
Voorbewerken: Leerkracht geeft een inleiding op basis van de woordenlijst van het leerdoel.
Semantiseren: Leerlingen gaan verschillende woordrelaties leggen en krijgen opgaven met een woordweb, woordparachute, woordkast of woordtrap.
Consolideren: Leerlingen maken bij elk woord minstens 5 opgaven, door het leerdoel meerdere keren te oefenen.
Controleren: Zodra de beheersing hoog genoeg is, wordt de kennis van de leerlingen getest. Dit wordt gedaan door te vragen naar de letterlijke betekenis van het woord of door een toepassingsvraag zoals ‘Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?’.