Naar de hoofdinhoud
Gebruiken van resultaten in de klas

Stem jouw leerkrachthandelen af op de behoeften van jouw leerlingen.

Maaike van den Oetelaar avatar
Geschreven door Maaike van den Oetelaar
Meer dan 4 maanden geleden bijgewerkt

Wanneer je gebruik maakt van de adaptieve leerstof in Gynzy, zijn de resultaten van jouw leerlingen continu beschikbaar. Deze resultaten kunnen op verschillende momenten invloed hebben op de keuzes die jij als leerkracht maakt. Denk hierbij aan de specifieke leerdoelen die je klaarzet of het bepalen welke leerlingen verlengde instructie nodig hebben. In dit artikel geven we tips die jou kunnen helpen bij het vormgeven van jouw aanbod en instructie, om tegemoet te komen aan de behoeften van jouw leerlingen.

💡 Tip. Wil je de ontwikkeling van jouw leerlingen over de hele leerlijn of methodeblok volgen? Gebruik dan het groepsinzicht.

Voordat leerlingen aan het werk gaan

Bereid jouw lessen op een effectieve manier voor door voordat de les begint de beheersing van leerlingen al te bekijken. Zo kun je vooraf een goede inschatting maken wat de beginsituatie van jouw leerlingen is op de betreffende doelen. Zitten er leerlingen in jouw groep die het doel al beheersen? Dan kun je hiervoor een ander aanbod overwegen. Of zijn er juist leerlingen die het doel erg lastig vinden? Dan kan het helpen om hen mee te nemen in de verlengde instructie.

Leerdoelen kiezen

Wanneer leerlingen al eerder gewerkt hebben aan de klaargezette of geplande leerdoelen, is het handig om de beheersing te bekijken, voordat leerlingen aan de slag gaan. Open hiervoor een klaargezette bundel of les, ga naar het tabblad ‘Bundel’ of ‘Leerdoelen’ en zet het schuifje ‘Beheersing tonen’ aan. De beheersing kun je ook terugvinden op de doelkaart van het betreffende leerdoel.

Wanneer blijkt dat leerlingen één of meerdere leerdoelen al beheersen:

  • Heb je het beheerste leerdoel al even niet meer aangeboden in de klas? Dan is het goed om ook deze leerling het leerdoel wél te laten herhalen, om het wegzakken van kennis en vaardigheden te voorkomen.

  • Wil je dat leerlingen nog verder uitgedaagd worden op deze leerdoelen? Laat deze leerling het werk dan gewoon maken. Door het hogere beheersingsniveau zal de leerling uitdagendere opgaven van een hogere moeilijkheidsgraad aangeboden krijgen.

  • Gaat het om één of meerdere leerdoelen in een bundel of methodeles? Dan kun je met deze leerling afspraken maken over welke leerdoelen hij tijdens het werken niet hoeft te maken. In een bundel of les kunnen leerlingen namelijk zelf keuzes maken in de leerdoelen die zij wel of niet maken. Zodra de leerling klaar is met het afgesproken werk, kan deze verder gaan met de Eilandsessies, het doelenblad van het huidige methodeblok of ander klaargezet werk op maat.

  • Gaat het om één of meerdere leerdoelen uit een planning in de Werelden? Dan kun je met deze leerling afspraken maken over welke leerdoelen hij tijdens het werken mag overslaan en vervangen door een ander leerdoel uit hun doelenboekje. Houd er rekening mee dat dit ook invloed kan hebben op jouw planning voor toekomstige dagen en/of blokken.

Wanneer blijkt dat leerlingen op veel leerdoelen een lage beheersing hebben:

  • In dit geval is het belangrijk dat jij je afvraagt wat de leerling nodig heeft om het doel wél tot een goed einde te brengen. Dit kan bijvoorbeeld nog een stukje verlengde instructie zijn, waarna de leerling het betreffende doel verder gaat inoefenen. Of heeft de leerling voldoende aan meer tijd, waarbij jij de belangrijkste doelen aangeeft, zodat deze doelen uiteindelijk op beheersingsniveau komen. De mate van belangrijkheid kan afhankelijk zijn van jouw instructie, de hoofddoelen van de methode, het fundamentele referentieniveau en/of sleuteldoelen.

Instructie geven

Binnen een les komen vaak meerdere leerdoelen aan bod. Het is belangrijk om als leerkracht een weloverwogen beslissing te maken over leerdoelen waarop je instructie gaat geven en welke leerlingen je daarin meeneemt.

  • Bekijk op de leskaart wat de beheersing is van leerlingen op de verschillende leerdoelen, om in te schatten welk leerdoel de meeste aandacht nodig heeft.

  • Stel instructiegroepen samen aan de hand van het aantal diamanten dat leerlingen behaald hebben. De diamanten geven namelijk een indicatie van de voorkennis van leerlingen op dit leerdoel. Leerlingen met maximaal 1 diamant hebben waarschijnlijk behoefte aan verlengde instructie, terwijl leerlingen met minimaal 2 diamanten misschien na een verkorte instructie al aan de slag kunnen.

💡 Tip. Tijdens jouw (verlengde) instructie kun je gebruikmaken van de instructielessen op doelniveau of de bordles van een methodeles. Het onderdeel “Inoefening” is erg geschikt om opgaven samen met jouw leerlingen te maken, bespreken en hier aanvullende aantekeningen bij te maken.

Terwijl leerlingen aan het werk zijn

Wanneer leerlingen aan het werk zijn, worden alle opgaven direct nagekeken. Zo kun je in de gaten houden hoe het werken de leerlingen vergaat en bijsturen waar nodig. Afhankelijk van wat voor werk je voor jouw leerlingen hebt klaargezet, kun je de resultaten van de gemaakte opgaven op verschillende plekken volgen:

  • Zijn alle leerlingen dezelfde bundel, methodeles of hetzelfde leerdoel aan het maken? Open dan deze bundel, methodeles of dit leerdoel en ga naar het tabblad “Resultaten”. Hier zie je hoe leerlingen deze opgaven gemaakt hebben en kun je eventueel opgaven nabespreken.

  • Zijn leerlingen tegelijk verschillende bundels, methodelessen, leerdoelen en/of Eilandsessies aan het maken? Open dan de pagina ‘Actueel’, het oogje links in de menubalk, voor een volledig overzicht van al het werk van jouw leerlingen. Hier zie je waar leerlingen op dat moment mee aan het werk zijn en hoe deze opgaven gemaakt zijn, om eventueel na te bespreken.

Resultaten monitoren

Door de ‘Live resultaten’ of ‘Live updates’ aan te zetten, zie je precies waar jouw leerlingen op dat moment mee bezig zijn en welke vorderingen zij maken. Deze monitoring kan jou veel input geven, bijvoorbeeld voor de ondersteuning of extra uitdaging die de leerling nodig heeft.

📝 Opmerking. Bij het monitoren van resultaten is het natuurlijk ook belangrijk om jouw observaties in de klas mee te nemen. Kan een leerling zich bijvoorbeeld niet goed concentreren en maakt hij daarom (onnodige) fouten, of zijn leerlingen zo hard aan het “samenwerken” dat hun resultaten onbetrouwbaar worden?

  • Maken (bijna) alle leerlingen veel fouten in hetzelfde leerdoel? Dan kan het zijn dat leerlingen bijvoorbeeld een verkeerde strategie toepassen of de vraagstelling verkeerd begrijpen. Je kunt overwegen de les even stil te leggen en klassikaal een aantal opgaven uit de instructieles (opnieuw) te bespreken.

  • Maken leerlingen opvallend meer fouten binnen een bepaald leerdoel dan andere leerlingen of gebruiken deze vaak de tweede poging? Dan kan het waardevol zijn om te ontdekken wat voor fouten deze leerling maakt en waarom. Klik hiervoor op het golfje of kruisje om de opgave en het gegeven antwoord van de leerling te bekijken. Wil je één of meerdere opgaves met de leerling nabespreken? Doe dit dan altijd naar aanleiding van de al gemaakte opgaven vanuit het resultatenoverzicht. Zo voorkom je dat jouw hulp invloed heeft op de adaptiviteit. Blijkt het opgegeven werk toch te moeilijk? Maak dan afspraken over welke leerdoelen mogelijk overgeslagen kunnen worden en/of zet voorwaardelijke of alternatieve leerdoelen als herhaling klaar in een bundel.

  • Zijn leerlingen snel klaar met het opgegeven werk? Laat hen dan verder gaan met de Eilandsuggesties of zorg dat je een herhalingsbundel klaar hebt staan, bijvoorbeeld met automatiseeropgaven of leerdoelen die leerlingen nog moeilijk vinden. Dit kan dezelfde bundel zijn voor de hele klas, maar ook een individuele bundel op basis van persoonlijke leerdoelen.

  • Maken leerlingen (bijna) alle opgaven goed in een bepaald leerdoel? Dan is dit leerdoel misschien te makkelijk en bevindt deze zich buiten de zone van naaste ontwikkeling. Er wordt voldoende uitdaging en succeservaringen geboden wanneer ongeveer 1 op de 4 opgaven fout gemaakt wordt. Je kunt deze leerling verder uitdagen door deze door te laten werken naar een hoger beheersingsniveau of kies alternatieve leerdoelen uit en zet deze klaar in een bundel of schrijf deze op het doelenblad. Denk hierbij aan opvolgende leerdoelen, verhaalsommen of combinaties van spellingsdoelen. Of verbreed het aanbod met plusdoelen voor rekenen en spelling/grammatica of leerdoelen van andere vakgebieden zoals woordenschat, Engels of topografie.

💡 Tip. Loopt alles goed tijdens het (zelfstandig) werken en kunnen leerlingen voldoende vooruit? Gebruik deze tijd dan om extra verlengde instructie te geven aan leerlingen met de laagste beheersing.

Nadat leerlingen klaar zijn met werken

De resultaten in Gynzy zijn een perfect evaluatiemiddel van jouw les. De vinkjes, golfjes en kruisjes in 'Actueel' en/of de lesresultaten helpen jou tijdens het werken om leerlingen bij te sturen. De beheersing van de leerlingen geeft in de vorm van de diamantjes weer hoe jouw leerlingen er na de les voorstaan. Op basis van deze resultaten kun jij als leerkracht weer bewuste keuzes maken voor een passend vervolg. Zijn er leerlingen die het leerdoel nog niet beheersen, maar biedt het aanbod van de komende periode voldoende herhalingsmogelijkheid? Dan lijkt er nog niet zoveel aan de hand. Als dit niet het geval is, omdat er bijvoorbeeld een toetsmoment aankomt, kun je in jouw planning extra ruimte vrijmaken voor herhaling en remediëring.

Begeleiding vormgeven

Wanneer beheersing van leerlingen aan het einde van het werken nog laag is en/of er veel fouten zijn gemaakt:

  • Hebben leerlingen veel opgaven fout gemaakt of wordt de tweede poging veel gebruikt? Dan is dit leerdoel misschien te moeilijk en bevindt deze zich buiten de zone van naaste ontwikkeling. Er wordt voldoende uitdaging en succeservaringen geboden wanneer ongeveer 1 op de 4 opgaven fout gemaakt wordt. Je kunt op een later moment de resultaten met deze leerling bespreken om te ontdekken wat voor fouten de leerling maakt en waarom. Daarnaast kan het wenselijk zijn om de leerling pre-teaching of verlengde instructie te geven wanneer het leerdoel nog eens aan bod komt en te voorzien van ondersteunende materialen. Tevens kun je voorwaardelijke of alternatieve leerdoelen als herhaling klaarzetten in een bundel.

  • Hebben leerlingen maar weinig opgaven gemaakt of komt het leerdoel binnenkort niet meer aan bod? Dan is het goed om in jouw planning ruimte te maken voor herhaling en remediëring. Dit kan bijvoorbeeld zodra leerlingen eerder klaar zijn met hun reguliere werk of als weektaak. Zet het leerdoel klaar in een bundel of schrijf het leerdoel op het doelenblad, zodat leerlingen hier op elk moment mee verder kunnen.

  • Hebben leerlingen lagere scores behaald dan verwacht? Dan kan het wenselijk zijn om deze leerlingen pre-teaching of verlengde instructie te geven wanneer het leerdoel nog eens aan bod komt. Hiermee zorg je ervoor dat jouw leerlingen extra voorbereid zijn en de volgende keer meer voortgang kunnen maken tijdens het werken.

Wanneer beheersing van leerlingen aan het einde van het werken hoog is en/of er weinig fouten zijn gemaakt:

  • Hebben leerlingen (bijna) alle opgaven goed gemaakt? Dan is dit leerdoel misschien te makkelijk en bevindt deze zich buiten de zone van naaste ontwikkeling. Er wordt voldoende uitdaging en succeservaringen geboden wanneer ongeveer 1 op de 4 opgaven fout gemaakt wordt.

Was dit een antwoord op uw vraag?